Werknemer is op 20 juli 2015 in dienst getreden bij Action als winkelmedewerkster. Haar werkzaamheden bestonden onder meer uit het aanvullen en sorteren van producten in schappen, opruimen en bedienen van de kassa. Op 3 november 2018 heeft werknemer tijdens haar werkzaamheden een confettikanon uit een schap met huishoudartikelen gepakt, omdat het daar niet hoorde te liggen. Terwijl werknemer met het confettikanon in haar handen langs de schappen liep, is het confettikanon tot ontploffing gekomen in haar gezicht. Als gevolg van deze ontploffing heeft werknemer ernstig letsel aan haar linkeroog opgelopen. Het arbeidsongeval is op 15 november 2018 gemeld bij de Inspectie SZW. De arbeidsinspecteur heeft op 21 november 2018 nadere informatie ingewonnen. De arbeidsinspecteur noemt het een ongelukkige samenloop van omstandigheden en doet geen nader onderzoek. Werknemer start een procedure en vordert dat Action aansprakelijk wordt gesteld voor de door werknemer geleden schade.
Partijen zijn het er over eens dat het oogletsel dat werknemer heeft opgelopen is ontstaan in de uitoefening van haar werkzaamheden voor Action. Op grond van het tweede lid van artikel 7:658 BW is het aan Action om te bewijzen dat zij aan haar verplichting om voor een veilige werkplek en arbeidsomstandigheden te zorgen heeft voldaan. Partijen verschillen van mening over hoe het confettikanon tot ontploffing is gekomen. Waar werknemer ontkent dat zij aan het confettikanon heeft gedraaid en het confettikanon in haar beleving spontaan tot ontploffing kwam, meent Action dat op de camerabeelden te zien in dat werknemer haar handen in tegengestelde richting heeft gedraaid. Daardoor heeft zij het ontploffingsmechanisme geactiveerd. De kantonrechter heeft de beelden die door een beveiligingscamera zijn gemaakt en waarop een deel van het ongeval is te zien bestudeerd. Naar het oordeel van de kantonrechter kan uit de beelden niet worden afgeleid dat werknemer bewust het ontploffingsmechanisme in werking heeft willen stellen. Tegelijkertijd sluiten de beelden niet uit dat zij dat mogelijk onbewust, met een lichte beweging van haar handen, heeft gedaan. Action voert aan dat het algemeen bekend is dat het ontploffingsmechanisme van een confettikanon in werking wordt gesteld door met beide handen in tegengestelde richting aan de koker te draaien en dat zij haar werknemers niet op dit risico hoefde te wijzen. De kantonrechter deelt deze opvatting niet. Van een werknemer wiens taak het is de veelheid aan steeds wisselende producten die Action verkoopt op te ruimen, hoeft echter niet te worden verwacht dat deze steeds de verpakking bestudeert alvorens een artikel te verplaatsen. Dat Action het vervolgens ondoenlijk vindt om haar werknemers te instrueren over het gevaar van één enkel product tussen de veelheid aan artikelen in haar schappen, ligt in haar risicosfeer en ontslaat haar niet van haar verantwoordelijkheid als werkgever om te zorgen voor een veilige werkomgeving waar ongevallen als de onderhavige zich niet kunnen voordoen. Gelet op het hiervoor overwogene heeft Action haar zorgplicht jegens werknemer geschonden en is zij op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk voor het ongeval dat haar is overkomen.